Skip to main content

In de naam van de zoon

Miklós Spányi over zijn passie voor C.P.E. Bach en het clavichord

De naam Miklós Spányi wordt vaak in één adem genoemd met die van Carl Philipp Emanuel Bach en met het clavichord. Hij gaf beiden een nieuwe bloei. Maar wat kwam eerst in Spányi’s leven: de muziek van C.P.E. Bach of het clavichord? Een muzikale variant van de eeuwenoude vraag: de kip of het ei? Na zijn recital op vrijdag 10 juli sluit hij samen met zijn Concerto Armonico Budapest het festival af op zaterdag 13 juli.

Dankzij Spányi – organist, klavecinist, pianist en componist en een van ’s werelds meest erkende specialisten op het gebied van C.P.E. Bach – is het vandaag mogelijk om alle werken van C.P.E. te spelen, een vingervlugge klik voor de partituren volstaat. Zijn eigen opnames zijn daarbij de ultieme referentie. Spányi nam als pionier alle 52 klavecimbelconcerti van de meester op, verdeeld over 20 cd’s en gecombineerd met 12 andere composities voor solotoetsinstrument met orkest. Nog maar aan de vierde of vijfde cd aangekomen, vroeg Spányi zich luidop af of hij ook de solocomposities van de meester kon opnemen. 150 sonates , die verspreid zouden worden over 44 cd’s – de laatste twee nog in de maak. “Bij de sonates moest ook het clavichord centraal staan. Want het clavichord is nu eenmaal de sleutel tot de muziek van Carl Philipp Emanuel Bach.”

Hartstocht

Spányi’s jeugdjaren waren doordrenkt van muziek. Als vijfjarige al probeerde hij naar eigen zeggen “alle mogelijke dingen uit op de huispiano” en schreef hij zelfs al kleine composities. Pas toen hij acht was, leerde hij bassleutel lezen, waardoor hij ‘eindelijk’ alles op de juiste manier kon noteren. Een opluchting voor zijn achtjarige zelf – een die hij duidelijk nog steeds voelt. “Ik groeide op in een familie vol muziek”, vertelt Spányi. Een van zijn familieleden, de organist trouwens, controleerde trouw zijn vroege composities.

Een radio-uitzending gaf zijn muziekleven een onverwachte wending richting klavecimbel. “Ik hoorde een concerto van Bach voor twee klavecimbels en het ontroerde me meer dan de piano ooit had gedaan.” Het clavichord kwam later, veel later zelfs. Dus, op de vraag wat er eerst was in zijn leven, Carl Philipp Emanuel Bach of het clavichord, antwoordt hij razendsnel: “De muziek!”

Hoewel niemand beter geschikt lijkt om de muziek van C.P.E. toe te lichten, vindt Spányi het toch moeilijk om woorden te vinden om te beschrijven wat hem zo aantrekt: “Het is zeer dynamische muziek, vaak vol kleine verrassingen. Bijna elk stuk heeft wel een verrassend moment en het is dat wat hem zo uniek maakt.” Net geen barok meer, nog net geen Weense klassiek.

Bach’s enigma

“Al lang voelde ik dat er iets in de muziek van C.P.E. verborgen lag, iets waar ik niet volledig bij kon. Met een klavecimbel of pianoforte kwam ik al iets dichterbij, maar het was nooit helemaal overtuigend. Sommige dingen kon ik nog steeds niet realiseren.” Spányi was lang op zoek naar het instrument dat hem de speelwijze van Carl Philipp Emanuel Bach zou openbaren. Al dat eindeloos zoeken zonder ontdekken, leidde hem uiteindelijk naar literatuur over historische instrumenten: toetsinstrumenten ten tijde van de meester. En, wat belangrijker was, de verhouding van de meester tot die instrumenten. En toen was het er gewoon: het clavichord. Spányi: “Het werd me duidelijk hoe belangrijk het clavichord was voor C.P.E. en hoe centraal het stond in de Duitse muziekcultuur van die tijd. Het was een volwaardig instrument. Toen dat tot me doordrong, moest ik er natuurlijk een hebben.” In 1988 kocht hij zijn allereerste clavichord.

Clavichords zijn misschien nog steeds eerder zeldzaam, maar dat waren ze in de jaren ’80 nog veel meer. Spányi herinnert zich een concertreis in Parijs in de jaren ’80 waar hij tijdens een tentoonstelling op een bijzonder clavichord stuitte: “Het eerste dat echt de moeite waard was. In 1990 speelde ik voor het eerst op een clavichord van Joris Potvlieghe, de Belgische orgel- en clavichordbouwer. Nu heb ik zelf een clavichord van zijn hand, een instrument dat hij speciaal bouwde voor deze opnamereeks – dit is zonder twijfel het meest opgenomen clavichord ter wereld.”

Gedachtewisseling tussen vader en zoon

Deze zomer hoort u Miklós Spányi op het Contiusorgel, eveneens gebouwd door Joris Potvlieghe, tijdens het Contius Bachfestival. “Nu het afgewerkt is, ben ik benieuwd om het opnieuw te horen. Ik speelde er al eens op toen ongeveer de helft van de registers al klonk, wat al inspirerend was.” Zijn plan voor het slotconcert, met Concerto Armonico Budapest aan zijn zijde: het orgel doen schitteren in twee orgelconcerti. Het eerste, in Es majeur, werd geschreven voor de zus van Frederik II, die zelf een ‘huisorgel’ met twintig registers had. Tussen de concerti door klinkt er solistisch werk voor orgel, waaronder een grote fuga.

Hoewel opnames weinig directe feedback opleveren, en hij kan het weten, verlangt hij er nog steeds naar om het centrale werk van Johann Sebastian Bach op te nemen. “Ik speel hem enorm graag, alleen vond ik daar de laatste twintig jaar iets minder tijd voor. En een opname documenteert ineens mijn visie op zijn muziek.” Een glimp van zijn nog te documenteren visie laat hij horen tijdens zijn recital op vrijdag 10 juli in het Huis van de Polyfonie. Een concertprogramma als een intiem gesprek tussen vader en zoon: de barokke pracht en elegantie van Johann Sebastian Bach, afgewisseld met de levendige, vooruitstrevende klanken van Carl Philipp Emanuel Bach. Een dialoog waarin je de zoektocht van een generatie naar zijn eigen stem voelt, net als de spanningen tussen traditie en vernieuwing, en de echo van een muzikaal erfgoed dat zich steeds opnieuw uitvindt als een rivier die onophoudelijk stroomt en transformeert. In die rivier is Spányi zowel zwemmer als gids, niemand die u beter meevoert naar de schittering van het Contiusorgel en de delicate expressie van het clavichord. Twee ervaringen die u beslist niet wilt missen.

Julie Hendrickx