Skip to main content

De uitdaging van Bach

Een interview met Luca Akaeda Santesson

Het volledige oeuvre van Bach kennen? Dat is weggelegd voor specialisten. Van de werken op het concertprogramma dat hij 17 september brengt, kende Luca Santesson er veel, maar hij kende ze zeker niet allemaal. Een concert van ontdekkingen, noemt hij het daarom. Stuk voor stuk bouwde hij het programma op voor zichzelf. Slalommend tussen alle andere concerten en bijbehorende voorbereidingen zorgde hij ervoor dat hij met de moeilijkste stukken het meeste tijd kon doorbrengen. “Hoe groter de uitdaging voor de vingers, hoe meer tijd de muziek van me vraagt. En als het op Bach aankomt dan ben je levenslang student. ” De Toccata en Fuga in D mineur, ook wel de ‘Dorische’ genoemd, vroeg hem om het meeste geduld. Ook als luisteraar kom je met één keer niet weg. Hoewel de muziek gebouwd wordt op enkele eenvoudige motieven, sta je al snel midden in een indrukwekkende klankkathedraal. Bach stapelde laag op laag maar bouwde bovenal een architectuur die voortdurend in beweging is. “Die Fuga is ongelofelijk – je valt echt van je stoel. Het stuk rijpt nu al een jaar in me. En gedurende dat jaar voerde ik het al eens uit, maar ik studeerde het in de eerste plaats voor dit concert. Ik kan dus niet wachten om het in Leuven te brengen.”

Voor Santesson is Bach trouwens niet zomaar een favoriet; voor hem is Bach de enige die het orgel echt volledig begrijpt. “Wie Bach speelt, leert het orgel kennen, want hij benut er alle aspecten van.“ Zelfs als je niets met Bach, het orgel, of klassieke muziek hebt, kan zijn concert een kantelpunt worden, denkt hij. Toch begint de echte kennismaking met het orgel pas aan het klavier. Ver weg van het passieve luisteren dus. “Alleen aan het klavier kan je de complexiteit van het instrument ervaren, en wat je samen met het instrument kan bereiken.”

Een levensreis in drie bewegingen

Santesson vertelt hoe je gezeten aan de toetsen hoort hoe een orgel tot je zingt. De articulatie van elk orgel is telkens afhankelijk van hoe je het aanraakt. Poëzie komt niet vanzelf. “Het hele orgelmechanisme is onzichtbaar en de manier waarop je een orgel controleert, is eigenlijk heel indirect. Om dat te kunnen aansturen is een kunst.” Die kunst is om jezelf te laten samenvallen met het orgel: mens en muziekinstrument die één worden via de vingertoppen. En waar tijdens het spelen de grens tussen de fysieke aanraking en muzikale intentie in elkaar opgaat, wordt het orgel voor Santesson een voertuig voor transcendentie. Hij legt uit hoe hij zich dankzij het orgel kan verbinden met iets dat groter is dan hemzelf. “Muziek in het algemeen heeft die transcendente eigenschap, maar het orgel in het bijzonder tilt me voorbij de menselijke logica.”

“Voor mij is het bijzonder om telkens een ander orgel te mogen ontdekken,” gaat hij verder, “want ieder instrument reageert anders. Als ik hoor hoe het geluid zich door de ruimte verplaatst, voel ik me tijdens het spelen meer piloot dan muzikant. Een orgel bespelen heeft wat weg van een ruimtevaartuig bedienen, als organist ben ik verantwoordelijk voor het geluid, de snelheid en de kracht van het instrument.” Zijn klavier is een controlepaneel. En bij elke toets die hij aanraakt, elke pedaal die wordt getrapt, stuurt Santesson zijn muzikale schip een nieuwe klankwereld in. Door de registers te manipuleren, navigeert de organist door verschillende klanklandschappen, van majestueuze diepten tot etherische hoogten.

Zijn Bach-concert herenigt hem ook met dat ene stuk dat zijn kijk op het orgel en orgelmuziek veranderde: Piece d’orgue. “Het is een stuk in drie bewegingen, en elke beweging zou een reflectie zijn op de reis van het leven.” Je hoeft inderdaad niet veel moeite te doen om er een mensenleven in weerspiegeld te zien: het start heel jeugdig, heel vrolijk. Het tweede deel is dan weer langer, best wel zwaar en refereert naar het volwassen leven terwijl het derde deel meer nostalgisch klinkt en zich traag opwerkt naar een heel zacht einde.” Santesson noemt het ook een stuk dat overstijgt, dat alles overtreft, alles overschrijdt. Voor hem was het alleszins hét stuk dat hem deed beslissen om van orgel zijn beroep te maken. “Ik ervaar het als bijzonder om het nu, op een ander moment in mijn leven, terug in bezit te nemen en tegelijkertijd te mogen delen op zo’n prachtig instrument.”

Oude meesters voor een nieuwe generatie

Nochtans had hij als zesjarige niet onmiddellijk interesse toen zijn ouders hem de vraag stelden of hij muziek wilde spelen. “Ik antwoordde dat ik het enkel wilde overwegen als ik percussie mocht spelen. Maar toen het zover was en ik me mocht inschrijven waren alle beschikbare plaatsen voor percussie al ingenomen.” Waren wel nog mogelijk: harp, fagot en orgel. De eerste twee wilde hij echt, echt niet doen en het orgel werd alleen maar aantrekkelijk toen ze hem vertelden hoe groot het instrument wel niet was. “Ik probeerde het voor een jaar, maar uiteindelijk vond ik het echt leuk dus ben ik het gewoon blijven spelen. Zo is het begonnen.” Zijn muzikale expertise bouwde hij ondertussen op door te studeren bij gerenommeerde docenten aan prestigieuze conservatoria in Parijs en Lyon. Muziek werd uiteindelijk zijn taal, geleerd in het Frans, met een voorkeur voor de Duitse barokstijl voor orgel. De identiteit van Luca Akaeda Santesson is een internationale mix. Zijn naam geeft zijn Italiaanse, Japanse en Zweedse roots prijs. “Ik ben een melange van nationaliteiten en dus ook van stijlen. Ik kies welk aspect van mijn internationale persoonlijkheid ik op welk moment het meest laat spreken – iets wat me telkens dichter tot mezelf brengt. Om uiteenlopende culturen te mogen ervaren, te mogen leven, is wel iets wat me vormde.”

Santesson zou graag iets doen dat relevant is voor de samenleving, hij wil mensen vreugde brengen én in staat zijn om daarvan te kunnen leven. Momenteel vinkt het orgel al die dingen af. Toch blijft hij nadenken over hoe hij jongeren kan laten kennismaken met dit eeuwenoude instrument. Het antwoord is eigenlijk voordehandliggend en toetste hij al met succes af: door elektronische muziek, en vooral muziek van iconische videogames, te arrangeren voor het orgel. Zo loodst hij een van de oudste en meest complexe instrumenten de leefwereld binnen van Gen Z en Generatie Alpha: hij biedt hen een unieke springplank naar het klanklandschap van het orgel en de genialiteit van Bach. Wie zou die sprong nu niet willen wagen?

Julie Hendrickx

Ga naar het concert