Skip to main content

Maria Vekilova: orgels en leven

Een interview met Maria Vekilova

“In Rusland is het eigenlijk zo goed als onmogelijk om de klank van een authentieke orgelcultuur te horen. Die weerklinkt enkel in Europa, in een immense variëteit aan instrumenten en stijlen.” Maria Vekilova, die op dinsdag 15 oktober het laatste Bachconcert van dit seizoen speelt, vertelt hoe het orgel in de Russische klassiekemuziekcultuur maar een bescheiden rol kreeg toebedeeld. Dat de Russisch-orthodoxe kerk niet de traditie van orgelmuziek kent heeft daar veel mee te maken. Muziek wordt in de orthodoxe eredienst volledig gedragen door de menselijke stem. De grote orgels in Sint-Petersburg en Moskou werden vaak gebouwd tijdens de Sovjetjaren en werden gebruikt voor zowel solo recitals als voor symfonische uitvoeringen waarbij het orgel een aanvulling was op het orkest. Tegelijkertijd groeide de belangstelling voor muziekonderwijs, waardoor het orgelspel een integraal onderdeel kon worden van de Russische conservatoria. Toch is Vekilova stellig: “Russische orgelstudenten kunnen niet bij de cultuur die nodig is om hun instrument te begrijpen. Om samen met een orgel te kunnen werken, heb je niet alleen toegang maar ook veel tijd nodig, en dat is in de Russische conservatoria niet voorhanden.” Kortom, als Russische organist kun je je maar beter voorbereiden om de stap naar Europa te maken.

Vrije keuze

De keuze om muzikant te worden was niet de hare, enkel de beslissing om professioneel organiste te worden behoorde Vekilova toe. “Ik heb lang muziek gestudeerd zonder de echte wens om professioneel muzikante te willen worden.” Het zegt veel over haar karakter want ze omschrijft haar moeder (zelf een virtuoos concertpianiste) als old school. “Toen ik nog maar vijf jaar oud was, koesterde mijn moeder al veel ambities voor me. Op heel jonge leeftijd leerde ik daardoor al heel hard werken.” Dat ze al het grotere repertoire van Bach, Chopin, Liszt en Mozart speelde nog voor ze zich kon inschrijven op muziekschool bewijst haar werkijver – of die van haar moeder. Want: “noch de piano, noch de muziek wisten me te boeien.” Als tiener wilde ze niets liever dan gewoon stoppen. Dat ze toch doorzette, is te danken aan die ene muziekleerkracht die haar het orgel aanraadde. “Ik was niet meteen enthousiast – ik had nog nooit een mooie orgelklank gehoord, of misschien kon ik het gewoon nog niet waarderen – maar ik nam haar advies wel ter harte.” 

Ze kon niet vermoeden welke mijlpaal ze voor zichzelf creëerde toen ze voor het eerst achter een orgel, een elektronisch model overigens, plaats nam. Ze was 14, ze startte met de klassieke eerste orgelwerken van Bach en ze genoot er intens van. En net als bij de piano studeerde ze ook nu urenlang waardoor ze al vrij snel Bachs grote preludes en fuga’s in de vingers had. De lange uren die ze als kind – plichtsbewust maar met weinig enthousiasme – achter de piano doorbracht, bleken nu in haar voordeel te zijn: “Ik was gewend aan veel en hard werken en hoe onaangenaam ik dat als kind ook vond, het hielp me om snel vooruitgang te boeken met dat grote orgelrepertoire.” Vandaag waardeert ze de vasthoudendheid van haar moeder des te meer.

Vrije liefdes

Vekilova omschrijft elk concert als een nieuw avontuur. Het avontuurlijke zit ‘m in de samenwerking met telkens een nieuw orgel. Een samenwerking die wordt bepaald door het simpele feit dat je als organist het instrument dat je doet excelleren nooit echt bezit. “Je studeert samen een programma in, brengt het ten gehore, en daarna neem je afscheid. Dan begint het proces opnieuw, met een ander orgel als tijdelijke partner.” Dat muzikale equivalent van de vrije liefde bevalt haar wel. In die modus operandi van musiceren vond ze zichzelf, en dat kon de piano haar gewoonweg nooit bieden. “Achter de piano moet je een zekere fysieke virtuositeit hebben, achter het orgel heb je nood aan een soort dynamische virtuositeit. Een piano laat je niet veel keuze”, werkt ze haar gedachte verder uit, “bij elk orgel moet je voelen, elkaar aftasten – fysiek, mentaal en emotioneel. Je creëert geen meesterwerk achter het orgel, je creëert het meesterwerk samen mét het orgel.”

Haar relatie tot het orgel maakt ook dat haar persoonlijkheid zichtbaar wordt wanneer ze speelt. Dat werd haar ooit door iemand verteld maar zo ervaart ze het zelf ook: “Het orgel en ik, wij doen elkaar klinken.” Het moment waarop ze gewaar wordt dat ze echt met het instrument communiceert, dan voelt ze zich ermee verbonden als in een energetische unisono. “In een orgel kan ik mezelf keer op keer vinden.” Een soortgelijke verbinding ervaart ze ook met de muziek van Bach. “Zijn muziek is al heel mijn leven bij mij, als een soort compagnon de route. Zijn polyfonie is voor mij de verklanking van de emotionele aspecten van het leven.” 

Haar klankkeuze

Haar concertprogramma is een even rijke als mooie verzameling muziek uit verschillende periodes van Bachs leven – voor haar de beste manier om zijn verhaal als componist te vertellen. “Maar daarom niet de makkelijkste manier” laat ze zich daarbij ontvallen. Misschien zou haar moeder vroeger geantwoord hebben “dat moeilijk ook gaat”, maar die wetenschap is ondertussen Vekilova’s tweede natuur. En er is natuurlijk nog altijd haar partner in dit Bachverhaal: het Contiusorgel. “Niet elk orgel laat uit zichzelf de allermooiste klank horen en dan is het samen heel hard werken om die wel te vinden.” Het tegendeel is waar bij het Contiusorgel:  “Als je het Contiusorgel ontdekt, heb je niet alleen een rijke klankkeuze, de  klankkleur komt haast vanzelf.” 

Die authentieke orgelklank ervaarde ze pas echt voor het eerst in Europa, toen ze aan het Brusselse conservatorium bij Bernard Foccroulle studeerde. Ze was op zoek naar een Franstalige orgelopleiding, maar het was haar moeder die haar moest vertellen dat ze dan ook eens naar de website van het Brusselse conservatorium moest kijken. “Het bestaan van België was me volledig ontgaan, en ik had geen idee dat er ook Frans gesproken werd. Maar toen ik het werk van Bernard online beluisterde, was ik zowel verbaasd als overtuigd.” 

In 2010 ontmoette ze hem voor het eerst tijdens een proefles, en het warme contact tussen hen maakte een diepe indruk op haar. “De Russische aanpak was totaal anders. Ondanks mijn jonge leeftijd merkte ik dat hij me respecteerde. Die menselijkheid was vanzelfsprekend, en dat voelde ik meteen.” Haar enthousiasme groeide alleen maar tijdens die eerste les, die ze werkelijk fantastisch vond. Vanaf dat moment wist ze dat ze in België moest zijn. Niet alleen haar carrière begon in België, ook haar persoonlijke leven. Want het is hier dat ze haar man leerde kennen en moeder werd. Al die tijd wees haar moeder de richting aan, zelf zette ze telkens de puntjes op de i – op haar manier.  

Julie Hendrickx